Enter heeft een slachtvisite en Rijssen niet

In Enter is ieder jaar in november de traditionele slachtvisite. Ik ben daar best jaloers op. Zeker als je dan weer prachtige foto’s ziet van slager Vincent van de Bone (Roetgering) die met veel eerbied en vakmanschap een varken aansnijdt. Al die smakelijke onderdelen mooi uitgestald. Het bijbehorende verhaal wordt net zo smakelijk verteld. De slagersdames maken verse worst en alle slachtmaand-dingen zijn te zien en te proeven. 

Ambachtelijk

In Rijssen hebben we nota bene nog altijd minstens drie ambachtelijke slagers: Hans Goossen aan de Haarstraat, Aleid Mol van slagerij Beverdam in de Hoge Wal en Hans Huiskes aan de Enterstraat. Zouden die in Rijssen ook niet zo’n slachtvisite kunnen verzorgen? Ook voor de jongere generatie heel nuttig. Dan zien ze dat frikandellen niet automatisch in het vriesvak van de Plus terechtkomen. En ook dat je van een mooi varken alles gebruikt. Past precies in het circulaire denken van tegenwoordig. Als je het juiste verhaal er maar bij vertelt en dat zouden ons ambachtelijke slagers zeker kunnen. 

Na-apen

Maar wordt het dan geen na-aperij van Enter. En willen we in Rijssen wel iets typisch Enters kopiëren? Kunnen we niet beter elk jaar in november even naar Enter fietsen om daar de slachtvisite met onze aanwezigheid op te luisteren? Want de relatie tussen Enter en Rijssen is altijd wat bijzonder geweest. We kunnen niet met elkaar, maar ook niet zonder elkaar. 

Oer-Rijssens

Het beste bewijs daarvan is misschien wel deze foto uit 2007. Ik vind het een van de mooiste opnames uit mijn archief. Onze oer-Rijssense slager Arie Bloemendaal (1926-2016) in vol bedrijf met het Enterse varken. Naast slagersvakliefde was Arie ook een groot liefhebber van klassieke muziek en bezocht hij geregeld concerten. Hij las veel en koesterde een speciale voorliefde voor het Rijssens dialect, maar ook voor andere streektalen en soms schreef hij zelf ook wat. 

Steentje spek

Op de foto toont Arie een passerende Enternaar het interieur van het varken aan de ladder. Geen “steentje spek” meer, want de jonge generatie houdt van magere speklappen en daar fokken ze deze magere varkens voor. Maar mooi dat Enter een beroep deed op de Rijssense vleesvakman voor hun Enterse slachtvisite. Arie was er zo’n 10 jaar bij betrokken, samen met Gerrit Lammertink (de Paander) uit Enter. Ze kwamen dan om beurten in actie op uitnodiging van Vincent Roetgering die dat nu dus nog altijd doet. 

Kamer-Geaje

Rijssen heeft overigens ook bijgedragen aan het vakmanschap van Vincent van de Bone. Niet veel mensen weten dat, maar indertijd deed Vincent zijn eerste slagersvaardigheden op bij nóg zo’n oer-Rijssense slager, de Kamer-Geaje aan de Haarstraat, nu Hans Goossen. Dat is het mooie van Rijssenaren en Enternaren; als ze elkaar kunnen helpen doen ze dat gewoon. 

oneens of onjuist: dannenberg@twenthetekst.nl 

* vorige week schreef ik dat gedeputeerde Piet Jansen van de CU was, maar Piet Jansen was provinciebestuurder namens het CDA.