Afbeelding

Column Spoor & Hoekman

Columns

Tien minuten eerder op het werk: Betaald of onbetaald?

Deze week werd een interessante uitspraak van het Gerechtshof Den Haag gepubliceerd die ziet op de gevolgen van het verplicht eerder op het werk verschijnen. Het komt vaak voor dat er binnen een bedrijf een regel of cultuur heerst waarbij van werknemers wordt verwacht om eerder op het werk te verschijnen of langer door te werken en niet klokslag vijf uur alles neer te leggen en te vertrekken. Binnen sommige bedrijven is dit bedrijfscultuur, maar er wordt ook regelmatig in personeelshandboeken of reglementen vastgelegd dat personeel al voor het begin van de arbeidstijd bij de werkgever aanwezig moet zijn. Dit laatste speelde ook bij de casus waarover het Hof Den Haag zich moest buigen. 

In deze casus was er een groot callcenter die in de planningsregels had vastgelegd dat iedere werknemer tien minuten voor aanvang van zijn dienst aanwezig moest zijn op de werkvloer. Voor deze tien minuten kregen de werknemers niet betaald. Eén werknemer legde zich hier na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst niet bij neer en vorderde alsnog loon over alle tien minuten die hij eerder aanwezig was geweest. De werkgever verweerde zich hiertegen door, kort gezegd, te stellen dat er tijdens de tien minuten dat de werknemer eerder aanwezig was niet van de werknemer werd verlangd dat hij daadwerkelijk werkzaamheden zou verrichten, maar hij zich enkel hoefde voor te bereiden op het verrichten van werkzaamheden, zodat hij meteen bij aanvang van zijn dienst kon beginnen met het werk in het callcenter. Het gerechtshof ging hier echter niet in mee en oordeelde, net als de kantonrechter in eerste aanleg, dat de tien minuten alsnog betaald moesten worden. Dit vanwege de omstandigheid dat de verplichting van de werknemer om eerder op het werk te zijn en zich voor te bereiden op de aanvang van zijn dienst, de werknemer beperkte in zijn mogelijkheden die tien minuten aan eigen zaken te besteden, zodat er simpelweg sprake was van arbeidstijd, die beloond moest worden. In deze zaak ging het uiteindelijk maar om een bedrag van plusminus € 1.500,-- die werd toegewezen, maar als u zich bedenkt dat een loonvordering van een werknemer pas verjaart na vijf jaar en er honderden (oud-)werknemers waren die ook nog bij deze werkgever kunnen aankloppen, is deze uitspraak een hard gelag voor deze werkgever. 

Dat er vaker discussie ontstaat rond het verplicht eerder op het werk zijn, laat een wat oudere zaak, die een paar jaar geleden speelde bij de Rechtbank Limburg, zien. Ook daar moesten werknemers tien minuten eerder op het werk zijn bij een werkgever en werd een werknemer op staande voet ontslagen door de werkgever omdat hij zich, ondanks eerdere waarschuwingen, geregeld niet aan deze afspraak hield. De kantonrechter zette echter een dikke streep door dit ontslag omdat de werknemer, weliswaar niet altijd tien minuten van de voren aanwezig was, maar wel altijd zijn dienst op tijd begon. Ook vond de rechter het van belang dat wanneer de werkgever het daadwerkelijk van essentieel belang vond dat werknemers tien minuten eerder aanwezig waren op het werk, dit tot uitdrukking had moeten komen door deze tijd te betalen. Nu dit niet het geval was, kon het niet naleven van deze regel niet leiden tot een zo zware sanctie als een ontslag op staande voet.