Afbeelding
diannedegoeijen

‘Het leggen van Stolpersteine is een daad van herdenken, eren en reflectie’

Algemeen

RIJSSEN - “Het leggen van Stolpersteine gaat verder dan het plaatsen van stenen in het trottoir. Het is een daad van herdenken, van eren en van reflectie”, benadrukte burgemeester Jurgen van Houdt, woensdag 20 maart, voorafgaande aan het leggen van Stolpersteine voor de families Pagrach en Van Bingen.

“Stolpersteine herinneren ons aan de duistere bladzijden van onze geschiedenis, ook van die van ons als gemeente. Ze vertellen de verhalen van hen die slachtoffer werden van onrecht en geweld, van discriminatie en haat. Ze herinneren ons er blijvend aan dat vrede en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn en dat we moeten blijven strijden tegen intolerantie en onrecht”, aldus Van Houdt.

Arnold te Wierik, voorzitter van de stichting Stolpersteine-Rijssen, vertelde de aanwezigen over het internationaal monument Stolpersteine, en over het doel van de stichting: “Met het leggen van struikelstenen proberen wij de geschiedenis levend te houden en mensen eraan te herinneren waar grootschalige conflicten toe kunnen leiden.”

‘Overwinning op de nazi’s’
Zowel Van Houdt als Te Wierik heette de familie Pagrach van harte welkom. Voor Sari Pagrach en haar man Arik Windholz was het woensdag 20 maart een bijzondere dag. Vanuit Israël reisden ze naar Rijssen om deze dag Stolpersteine te leggen voor het pand waar haar vader, samen met zijn ouders en twee broers, woonde. Van het gezin overleefde alleen haar vader Mauritz de oorlog.

Bij het voormalige pand aan de Haarstraat 115 vormden belangstellenden een kring rond de plek waar de stenen gelegd zouden worden. Sari sprak over haar grootouders en ooms, die ze niet gekend heeft. En over haar vader, die in Twente ondergedoken zat. “Tijdens zijn onderduik, en ondanks het grote risico, koos mijn vader ervoor om andere gezinnen te helpen die een schuilplaats voor zichzelf nodig hadden en werkte hij samen met de plaatselijke ondergrondse.”
Mauritz meldde zich na de oorlog als vrijwilliger bij het Nederlands leger en vertrok naar Indië. Na die jaren vestigde hij zich in Israël. In Israël ontmoette hij zijn vrouw Martha-Tamar De Haas, oorspronkelijk afkomstig uit Ommen. Ze kregen twee dochters, waar Sari de jongste van is. Mauritz kreeg zes kleinkinderen, drie meiden en drie jongens, die hij ‘zijn overwinning op de nazi’s en hun handlangers’ noemde.

Leerlingen Brekeldschool
Leerlingen van groep 7 van de Brekeldschool gaven vervolgens de stenen aan. Sari, vernoemd naar haar oma, legde Stolpersteine voor Abraham Pagrach, vermoord op 7 februari 1945 in Gross Rosen (56 jaar), Saartje Pagrach-Spanjar, vermoord op 19 oktober 1942 in Auschwitz (51 jaar), Andries Pagrach, vermoord op 31 december 1943 in Bobrek (23 jaar) en Israël Pagrach, vermoord op 2 februari 1945 in Gross Rosen (20 jaar). Het Kaddish werd gezegd door Manja Pach, grondlegger van Herinneringscentrum Kamp Westerbork en medeoprichter van het Etty Hillesum Centrum in Deventer. Leerlingen lazen een gedicht, legden rozen en speelden op dwarsfluit en keyboard het Hatikwa, het lied van de hoop, dat in 1948 het volkslied van Israël werd. Sari legde tulpen op de steentjes voor haar familie.

Na deze plechtigheid werden aan het begin van de Haarstraat vijf stenen gelegd voor de familie Bingen. Voor Bernard van Bingen, overleden op 5 juni 1940 in Anna Paulowna (36 jaar), Berta van Bingen-Opperheimer, vermoord op 11 juni 1943 in Sobibor (39 jaar), hun kinderen Isabella Trude, vermoord op 11 juni 1943 in Sobibor (12 jaar) en Bernard Walter van Bingen, vermoord op 11 juni 1943 in Sobibor (10 jaar) en oma Julia van Bingen-Meijerhof, vermoord op 14 mei 1943 in Sobibor (67 jaar). Gerrit Dannenberg legde de connectie uit tussen de pop van Trude van Bingen en het Rijssens Museum. Trude gaf haar pop, voordat ze gedeporteerd werd, aan een buurmeisje ter bewaring. De pop is nu te zien in het Rijssens Museum. Ook hier verzorgden leerlingen van de Brekeldschool het aanreiken van de stenen, lazen een gedicht en legde rozen. En werd het Kaddish gezegd.

Servies en brieven
Voor Sari en haar man Arik werd het een onvergetelijke dag, vertelde ze. Niet alleen de emotionele plechtigheid van het leggen van de Stolpersteine, ook het feit dat ze buren ontmoette, die konden vertellen over haar familie. En dat ze het servies van haar grootouders overhandigd kreeg, dat de familie van Margreet Slootweg sinds de oorlog bewaarde. Van de familie Vos kreeg ze de briefkaart die haar grootvader vanuit kamp Kesteren schreef en een aantal brieven, geschreven door haar vader vanuit Indië, en een brief van de familie Baan. Ze is er ontzettend blij mee. Roelf Wolterink overhandigde haar ook nog het door hemzelf geschreven boek ‘200 jaar Joden in Rijssen’. “What a special and honorable day. I was so happy to be there!”, aldus Sari Pagrach.

Na de (gesponsorde) lunch werd ’s middag aandacht besteed aan het eerste lustrum van de stichting Stolpersteine-Rijssen. In het Rijssens Museum werd een indrukwekkende video gedraaid en daarna stapten de bezoekers in de beschikbaar gestelde luxe bus, voor een rit langs plekken waar Stolpersteine liggen, langs de zaak waar ooit de synagoge in gehuisvest was en langs de Joodse begraafplaats.
De stichting legt de komende jaren zowel in maart als in oktober Stolpersteine, tot in 2027. De eerstvolgende legging is gepland op woensdag 9 oktober 2024.

Door Jenny ter Maat

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding